donderdag 25 april 2013

Bang

ʺOngelofelijk, ik vind het knap dat jij zo positief kan zijn. Ik weet niet hoe ik zou reageren in jouw situatie.ʺ Vaak krijg ik een dergelijke opmerking te horen. Ondanks dat ik er nog wel eens verlegen van word, ben ik wel gaan geloven in deze capaciteit. Onlangs nog meldde ik in een blog dat ik blij ben dat ik een positieve levensinstelling heb gevonden. Jaahaa, nu weet men het wel! Ik hoor dit mijzelf denken. Maar dit is absoluut niet bedoeld als zelfverheerlijking.

Het is alleen maar om duidelijk te maken dat ik niet altijd die positivo ben die ik misschien lijk. Ook ik ken mijn sombere momenten. Niet chagrijnig of geïrriteerd, maar bang. Het positief blijven, dat wat mij sterk houdt, is ook maar een laag en houdt ergens op. Weer hoor ik mijn gedachten: Hallo Geert, doe niet zo dramatisch! Je draaft door, want iedereen kent dit wel!
Voorheen was ik bij minder tegenslag al flink murw geslagen. Vroeger als kind, maar ook als volwassene, als vader en zelfs als leerkracht. Ik geloof niet dat ik erg flexibel was. Had ik maar meer gelachen, om mezelf, om situaties. Al ging het om een blunder waar ik achteraf om kan lachen, Geert Jan zakte door de grond.

Twee grote blunders maakte ik in 1993 en die staan nog op mijn netvlies gebrand. Vlak achter elkaar, misschien wel in één week. Nog maar nauwelijks een pabodiploma op zak en met de intentie om de opleiding sph te gaan doen, kon ik enkele weken gaan werken op een basisschool in Lelystad. Puur voor het geld, een drijfveer als werkervaring had ik volgens mij niet. Het lesgeven ging mij wel goed af. Op twee blunders na…
Een geschiedenisles ging over de Tachtigjarige oorlog en de overheersing van de Nederlanden door het Spaanse Rijk van Filips ІІ. Ter ondersteuning noteerde ik enkele kernwoorden op het bord, zo ook ‘Philips ІІ’. Het kwam mij op dat moment al wat raar over, maar een leerling maakte mij er attent op dat er toch echt een F moest staan. De invloed van de reclame deed duidelijk zijn werk.
En tijdens een les Nederlandse taal had ik het over gebreeën als het voltooid deelwoord van breien. Wederom was het een leerling die mij erop moest wijzen dat het gebreid moest zijn. Mijn reactie was schandalig: ʺJa, dat kan ook.ʺ

Kent u die uitdrukking? De vaste openingszin van dominee Eppe Gremdaat weet meteen te boeien. Altijd een bordeauxrode trui dragend, kan hij aan de meest oninteressante onderwerpen een filosofische draai geven. Ook ik ben altijd onder de indruk van zijn woorden.
Kent u die uitdrukking? Waarom sloeg Rafael zijn Sylvie?
Kent u die uitdrukking? Welke gek bedacht de Fyra?
Kent u die uitdrukking? Beatrix heeft spijt en gaat toch door!

Ik ben bang voor de toekomst. Uiteraard over hoeveel kracht ik in mijn lichaam zal houden. Maar ook voor het mogelijk terugkeren van zenuwpijnen. De afgelopen jaren heb ik regelmatig aanvallen gehad van pijn in mijn kaak. Daarom heb ik in december 2012 een zenuwblokkade ondergaan. De pijnen zijn weg, maar komen terug. Na een jaar, twee jaar? Deze angst blijft mij beheersen, bijna iedere dag.
Maar ook bang om nooit meer een partner, een vriendin te hebben. Ondanks het besef dat ik veel tijd nodig heb voor mezelf, in verband met de zorg, is er de angst dat ik altijd alleen zal blijven.
Tegen die tijd moet ik dominee Gremdaat maar gaan aanschrijven. Hij zal mij dan wel de juiste woorden kunnen geven. Zoiets als: Kent u die uitdrukking? Ik ben bang? Men is bang, maar waarom zou men dat zijn?...

Ongeveer vijf jaar geleden zag ik dominee Gremdaat in het theater. Hij opende met: ʺKent u die uitdrukking? Ik voel mij welkom in Zwolle.ʺ Na de pauze was de beurt aan die andere alter ego van Paul Haenen, Margreet Dolman. Zij wilde graag praten met mensen die gescheiden zijn. Ik behoorde dus ook tot deze doelgroep. Samen met een paar anderen werd ik gevraagd om naar voren te komen. Het podium opklimmen ging toen al niet meer, maar ik nam vooraan plaats. Margreet ging op de rand van het podium liggen om met mij te kunnen praten. Haar eerste vraag: ʺWiens schuld was het?ʺ Uiteraard kreeg Wyanne die eer! Wist het publiek veel? En verdere uitleg was niet nodig!

Margreet Dolman gaf mij een boodschap mee: ʺBlijf bij je gevoel!ʺ

zaterdag 20 april 2013

Like

Iedere ochtend opnieuw heeft het mij te pakken. Als ik na een nacht afwezigheid weer voor het eerst, met behulp van de tillift, plaatsneem in mijn rolstoel word ik overmand door geluk. Nou ja, niet overdrijven, tevredenheid is een betere omschrijving. Dit is wel het mooiste moment van de dag. Het op één na mooiste moment is trouwens als ik ’s avonds na een dag leven weer in bed beland.
Als de dag voor mij kan beginnen, is deze in feite al anderhalf uur bezig. De tijd is tot dan toe besteed aan wachten, wassen, scheren en het aankleden. Ik laat mij daarna direct helpen om een ontbijt weg te werken. Dan is de dag weer voor mij alleen. Naast de computer dampen twee koppen koffie met een rietje. Het nippen aan warme koffie zit er helaas niet meer in. Koffie met een rietje, je brandt al snel je mond.

Begin vorige maand heb ik een online abonnement genomen op de Volkskrant. Ik wilde meer nieuws vergaren dan alleen de oppervlakkige berichtgeving via nu.nl of de website van de NOS. Een waarschijnlijk geromantiseerde gedachte van mij was dat ik dan ’s ochtends, onder het genot van een kop koffie, al het nieuws zou doorspitten. Maar omdat er geen groot papieren vlak vol letters voor mijn neus ligt, die al mijn aandacht opzuigt, komt het er niet van. Nadeel van een laptop is dat de afstand tussen de digitale krant en de rest van de online wereld maar één druk op de knop groot is.

Tot mijn schande blijkt dat de aantrekkingskracht van Facebook bij mij kennelijk groter is dan nieuwsgierigheid naar het echte nieuws. Zodra mijn laptop is opgestart bekijk ik eerst mijn Facebook-startpagina om daarna pas naar de site van de Volkskrant te gaan. Ik denk heus wel aan Nederland, Syrië, Cyprus, Mali, Egypte of de beide Korea’s. Maar toch wil ik als eerste liever wat anders weten. Wie van mijn vrienden, echte of zogenaamde, heeft wat te melden, wie heeft leuke foto’s geplaatst en, belangrijker nog, wie heeft er een berichtje voor mij achtergelaten?

Facebook vind ik aantrekkelijk. Er kan snel en luchtig contact worden gelegd en onderhouden. Je kan lezen wat je ʼvriendenʼ hebben gedaan en wie waar is geweest. Ik vind het ook leuk om te laten zien waar ik zoal mee bezig ben, door mee te delen wanneer ik een nieuwe blog heb geschreven of wanneer ik naar de schouwburg ga. Leuke afbeeldingen delen doe ik ook graag, van die spreuken vol positiviteit en levenswijsheid ben ik minder. Dat Facebook ook een keerzijde heeft weet ik, maar ik ben gelukkig nog wel zo ontwikkeld om bewust te zijn van wat ik via de social media de lucht ingooi, denk ik.

Tussen de berichten, foto’s en reclames door wordt mijn blik getrokken door een afbeelding van een zichtbaar ontredderd meisje. Of ik mij het lot van dit kind wil aantrekken, vraagt Save the Children. Ze komt uit Syrië, waar ontelbaar veel andere kinderen kansloos raken of zijn. Hieraan kan natuurlijk nooit genoeg geld worden gegeven. Zo zit ik van de makkelijke, snelle, westerse wereld met één druk op de knop in de hel van Syrië en makkelijker nog, ik ben er ook zo weer uit.
Terwijl ik probeer te doorgronden in wat voor hel dit meisje moet leven, wordt mij een verzoek gedaan: Vind deze pagina leuk. Nee, ik vind deze pagina niet leuk, wel zeer indrukwekkend. Om te laten zien aan mijn Facebook-vrienden dat ik deze organisatie steun, klik ik maar aan dat ik deze pagina leuk vind.

Een paar weken geleden, tijdens ons familieweekend in Wapenveld, zag ik mijn zus Anneloes uit Italië weer. Uiteraard samen met haar man Paolo en hun kinderen Luisa en Yeison. Zij zijn geadopteerd, een zus en broertje uit Colombia. Terwijl ik kijk naar de oproep op Facebook moet ik ook aan hen denken. Wellicht gaat een directe vergelijking met het meisje uit Syrië niet op, maar deze schatten van kinderen hebben wel een zeer wankele start van het leven moeten ervaren.
Als prille ouders doen Anneloes en Paolo het hartstikke goed. Denk je eens in, van de ene op de andere dag zijn zij ouders van een meisje van net tien jaar en een jongetje van vijf. Ter vergelijking, op dat moment had ik al ruim elf jaar ouderschap achter de rug. En dan hebben mijn zus en zwager die hele belangrijke fase van geboorte en de eerste jaren daarna geeneens mee mogen maken.

Op het huisjespark was er in het zwembad een ordinaire ruzie tussen twee ouders. Hun daarbij aanwezige dochtertje van ongeveer zes jaar had hier zichtbaar last van. Helaas waren ook Luisa en Yeison hier getuige van. Aan dit onnozele voorval en de impact die dit duidelijk had op mijn nichtje en neefje, was te zien dat zij door hun jeugd al heel wat littekens hebben opgelopen. Hoe erg zou dat bij het meisje uit Syrië zijn?

Je kunt niet kiezen wie je ouders zijn, wel hoe je er zelf één bent.

maandag 15 april 2013

Keuze

Dat er mensen zijn die zogenaamde oogkleppen op hebben, dat wist ik. Maar dat men ook zonder visuele beperking of anderzijds belemmerende factoren toch blind kan zijn, ontdekte ik afgelopen week op mijn online Volkskrant.

‘De hoog oplopende spanning op het Koreaanse schiereiland en de recent verscherpte reisadviezen leiden er vooralsnog niet toe dat reisorganisaties hun reizen naar Noord-Korea annuleren. Alle geplande reizen gaan door en reizigers haken niet af. Dat blijkt uit een rondgang langs diverse reisbureaus die zijn gespecialiseerd in reizen naar het stalinistische land. De reisorganisaties onderhouden wel geregeld contacten met de Nederlandse ambassade in Zuid-Korea …’

Dit begrijp ik niet. Noord-Korea verklaart een aantal landen bijna de oorlog en toch gaan mensen erheen om vakantie te vieren! Ook al beweren deskundigen dat het land niet de juiste kernraketten heeft om welke targets to destroy dan ook te bereiken, veilig lijkt mij dit niet. Als toeristen dan zo graag Noord-Korea willen zien, waarom wachten ze dan niet nog een paar jaar tot de rust is weergekeerd. En als er dan zo nodig ver gereisd moet worden, ga dan eerst naar bijvoorbeeld Patagonië, Groenland, de Galapagos eilanden, Tasmanië of de Seychellen. Of blijf desnoods in ons eigen landje en zoek hier de uithoeken op, zoals Lauwersoog, Anna Paulowna, Vaals of Cadzand.

Bovendien, wel of niet naar Noord-Korea of wat voor twijfel dan ook, bij het hebben van een keuze is er vaak de mogelijkheid tot uitstellen. Nog mooier, er kan tot nee worden besloten. Het moeten kiezen tussen leven of dood is uiteraard van een heel andere orde. Hoewel? Waarom zet iemand haar of zijn leven op het spel om hoe dan ook het centrum van Pyongyang te bekijken of de kennelijke natuurpracht die de rest van Noord-Korea te bieden heeft. Je gaat toch ook niet voor toerist spelen in Damascus?

Keuzes maken, échte keuzes, dus niet of men naar Albert Heijn of de Jumbo zal gaan. Een keuze moeten maken die de loop van het leven zal veranderen. Menig persoon die ik heb gevraagd naar keuzes in het leven moest mij het antwoord schuldig blijven, of in ieder geval heel lang nadenken. In mijn omgeving ken ik mensen die heel belangrijke keuzes moeten gaan maken of hebben moeten maken. Eén van hen ben ikzelf. Overigens wordt er in ‘mijn’ winkelcentrum een Jumbo geplaatst. Hoewel ik altijd trouw aan Albert Heijn zweerde, mijn nieuwsgierigheid is ondertussen wel gewekt.

Ik heb een aantal flinke keuzes moeten maken, met als gevolg dat ik mijzelf sterker ben gaan voelen en voldoende zelfvertrouwen heb gekregen. Ik geloof dat mijn persoontje nu vrij goed in staat is om te kiezen. Het is misschien niet altijd de verstandigste keuze die ik maak, er wordt in ieder geval geluisterd naar mijn gevoel. Het is verstandig om daar op te leunen. Zo vanachter mijn computer heb ik makkelijk praten. Een beetje preken over het volgen van het gevoel en adviseren om niet alleen het verstand te laten spreken. Mijn les heb ik wel geleerd na de scheiding en de mentale dip, ongeveer acht jaar geleden, waarbij ik even goed de weg kwijt was. Voor alle duidelijkheid, ik wil deze twee levenslessen los van elkaar benoemen. Een link is makkelijk gelegd en die is er zeker ook wel. Echter, ik zie de mentale strijd die ik aangegaan ben als een veel groter verhaal. Met de hulp van medicijnen en een mannenpraatgroep ben ik krachtiger geworden en heb ik een nieuw leven kunnen starten.

Een gedachtenkronkel leerde mij eens dat luisteren naar het gevoel het leven makkelijker maakt. Men draagt de oplossing voor ieder probleem dan in feite altijd bij zich. Laat die verrekte ratio los en probeer bij twijfel, bij keuzes te voelen wat men wil en probeer daar naar te luisteren.

Men kiest natuurlijk niet voor een ziekte, wel hoe ermee omgegaan wordt. Hoe vervelend de MS ook is, ik heb gelukkig een positieve instelling gevonden. Uiteraard brengt mijn fysieke toestand wel enkele dilemma’s met zich mee. Ook al is er volgens de medici geen medicijn tegen MS op de markt, ik zou bijvoorbeeld een oplossing kunnen zoeken in de hoek van de alternatieve therapie. Hoewel ik hiervoor open sta en ook positieve geluiden hoor, kies ik toch liever voor mijn eigen visie op de kwaliteit van het leven.

De Lauwersmeermars is een lange afstandswandeling van 65 kilometer rond het betreffende meer. Toevallig kwam ik onlangs een mededeling hierover tegen. De tocht wordt eind deze maand, na zes jaar afwezigheid, weer georganiseerd. Vanaf 1996 tot en met 2006 is de mars door velen gelopen. Of gefietst, want in het begin kon je ook drie rondjes fietsen, 195 kilometer. De mars had de militaire kazerne bij Zoutkamp, vlak bij het Lauwersmeer gelegen, als begin- en eindpunt. Met vrienden heb ik hier in 1996 aan meegedaan. Een paar gingen lopen, ik zat achter op een tandem. Voorop zat Jos, een beul, en ik had niks te kiezen. Nou ja, nauwelijks, maar verder was het gaan met die banaan!

Als ik een vakantie mocht kiezen, koos ik voor een kort verblijf ergens in Lapland. Lange tochten maken op een slee voortgetrokken door poolhonden en ’s nachts slapen onder de sterrenhemel, in een iglo van glas.

donderdag 11 april 2013

Vlinders

Anders dan andere insecten zijn vlinders geliefd bij de meeste mensen. Vlinders hebben een vriendelijk en opvallend uiterlijk en kunnen bovendien niet steken of bijten. Vlinders zijn een veel gebruikt onderwerp in de kunst. Ze worden gebruikt als een symbool van vrolijkheid, vrijheid of verliefdheid. Maar ook van troost en rust.

Vorige week vrijdag, Susanna komt thuis uit school. Er was iets anders dan anders en gelukkig begon ze direct met vertellen. ʺPapa, weet je dat Laura verkering heeft?ʺ Dit heeft duidelijk indruk gemaakt, schatte ik in. Laura, een paar maanden jonger en een paar centimeter langer dan Susanna, is een meisje uit haar klas en Susanna is goed bevriend met haar. Veel lachen, kletsen, delen, roddelen, praten en skypen. Is Susanna net uit school, dan verdwijnt ze na een kop thee of iets dergelijks snel naar haar kamer voor het maken van haar huiswerk. Maar de kans is groot dat ik haar al vrij snel hardop hoor praten. Ik neem aan dat dat niet tegen een blinde muur gebeurt.

Mijn oh mijn, oh ik heb pijn, oh zo'n pijn
Tot over m’n oren smoorverliefd op jou

Keer op keer, stort ik weer neer, ik kan niet meer
Tot over m’n oren smoorverliefd op jou

Veel te vrij, wat moet ik met een meisje zoals jij
Veel te vrij, je hebt niemand nodig, tot over z'n oren
Smoorverliefd op jou

Laura had verkering. Nog steeds, zijn de laatste berichten. Op zich is het natuurlijk geen bijzonder nieuws. Wat gaat mij het aan dat deze jongedame verkering heeft? Toch doet de mededeling van Susanna mij wat. Ik zie dat het Susanna bezig houdt. Uiteraard stel ik haar vragen over hoe zij het vindt dat haar vriendin nu opeens een vriendje heeft. Raakt het haar? Susanna vervolgt met een lang verhaal, een opsomming van tips, meningen, waarschuwingen en bezwaren. Het is een voorzichtige voorspelling over hoe de verkering zich verder zal gaan ontwikkelen. Tevens geeft zij uiting aan haar gedachten over hoe het is als je verkering hebt, hoe het zou kunnen voelen. Susanna vertelt hoe het jonge stel elkaar heeft ontmoet en hoe lang ze elkaar al kennen. Beter gezegd, hoeveel uur!

Uit respect voor beide meiden, maar zeker ook ter bescherming van hen en hun vriendschap, ga ik er hier verder niet op in. Ik kom nu overigens aan bij het grootste manco van internet, namelijk dat iedereen het kan lezen. Als je dat wil bereiken, zoals ik, is dit geen probleem. Er moeten nu echter grenzen worden bewaakt.

Het onderwerp blijft ook om een andere reden kleven in mijn hoofd. Het voelt anders dan toen Susanna in groep zeven zat en vertelde dat die en die verkering hadden of dat die ene jongen volgens iedereen uit de klas verliefd op haar was. Mijn Suusje zit inmiddels in het tweede jaar van het middelbaar onderwijs. Zij wordt ouder, het kinderlijke verdwijnt langzamerhand en de wereld wordt herontdekt. Het gaat mij dus echt niet om de verkering van deze ene jongedame, wel om het feit op zich. Op een gegeven moment kan Susanna ook thuiskomen met de status van verkering hebbende. Misschien duurt het nog zes maanden, misschien vijf jaar. Over drie maanden zwaait Rosa af van de basisschool. En dan is er al helemaal sprake van een nieuwe fase in de opvoeding, met twee meiden op de middelbare school. Waarschijnlijk is deze fase al begonnen.

Ik ben verward, voel eens m’n hart, gaat veel te hard
Tot over m’n oren smoorverliefd op jou

Ik voel me rot, ik ga kapot, ik lijk wel zot
Tot over m’n oren smoorverliefd op jou

Veel te vrij, wat moet ik met een meisje zoals jij
……

Gedurende mijn zestiende levensjaar begon ik te ontdekken dat er zich ook in mijn lichaam vlinders konden bevinden. Althans, ik kan mij niet heugen dat het daarvoor al gebeurde. Mijn leven speelde zich, behalve thuis en op school, grotendeels af in een kelder onder de kerk. Een grote ontmoetingsruimte waar zich al het jeugdwerk afspeelde. De uitdrukking Het gezin is de hoeksteen van de samenleving gaat deels voor mij op: de Hoeksteen is mijn samenleving. Deze geheel zelfbedachte gedachtenkronkel is natuurlijk belachelijk en zeer vergezocht, maar benadert wel de waarheid. De Hoeksteen was het kerkgebouw waar mijn vader predikant was tussen 1982 en 1990. Vanaf ongeveer 1984 begon de kerk en vooral de kelder daaronder aan mij te trekken. Voor mij begon het op de zogenaamde vrijdagavondclub. Maar na twee jaar stapte ik over op de zaterdagavondclub en op de donderdagavond ging ik toen zelf ook nog eens een groep kinderen begeleiden. Dat was erg leuk en leerzaam te doen!

Op de vrijdagavondclub met een paar leuke meiden om mij heen, werden mijn hormonen getriggerd. Daar kreeg ik voor het eerst verkering. Annet was haar naam en ik weet in ieder geval nog goed dat het veel indruk op mij heeft gemaakt. Wat was het leuk om verliefd te zijn. Uiteraard was het allemaal heel onschuldig, maar toen vond ik het al heel wat voorstellen. Zoenen in het steegje achter haar huis, hand-in-hand lopen en samen naar club. Wat wist ik nou van verkering? Ik denk dat het al met al een paar weken heeft geduurd. De zomer van 1987, ik was met René en zijn ouders in Zwitserland, bracht mij ten tweede male verkering, nu met Karin uit Beilen. Na deze episode volgden Andrea en later Mary-Anne, beiden weer uit de kerk.

Zoals mensen zich los kunnen maken van de kerk, zo heb ik mij losgemaakt van de kerk en de jongerenclub en dus ook een belangrijk deel van mijn liefdesleven. Ik kreeg andere contacten en leerde ook niet veel later Wyanne kennen. Tegenwoordig is mijn liefdesleven natuurlijk heel anders. Maar kan ik nog steeds vlinders in mijn buik krijgen. Sterker nog, ook ik ben nog wel eens smoorverliefd en dat voelt dan nog steeds vreemd, zoals Doe Maar zong.

Ik lijk wel zot en ik voel me rot
Liefde is een vreemde ziekte
Ik lijk wel zot en ik voel me rot
Liefde is een vreemde ziekte
...

zondag 7 april 2013

Zondagmiddag

Zòòòòòòndag, zòòòòòòndag, vandaag blijf ik de hele dag dicht bij je.
Zòòòòòòndag, zòòòòòòndag, we hebben tijd om lekker lang te vrijen.

Rob de Nijs schalt door de speakers. Ik heb niks met Rob, noch met zijn muziek, behalve dat ik zijn bekende nummers gedachteloos kan meeneuriën. Maar deze tekst zet mij wel even aan het denken. Lekker lang vrijen met iemand, tja, slik, wat zal ik zeggen…
Radio 2 stond onlangs een week lang in het teken van de jaren ‘80. Vrijwel elk liedje dat voorbijkwam kende ik. Ook dus die van Rob de Nijs. Men At Work blijkt trouwens meer hitjes te hebben gehad dan alleen het eeuwige Down Under. Nooit eerder gehoord!

Een aantal weekenden terug waren de meiden weer bij mij en op zaterdagnacht zijn ze blijven slapen. Bij mij blijven slapen is geen automatisme, wel een streven. In ieder geval om een van beide nachten van het weekend aan de Frankhuizerallee te blijven. Over het algemeen blijven de meiden dan in ieder geval vrijdagavond eten en slapen. Zaterdag eten en slapen gaat in overleg. Ik kan niet ontkennen dat het energie kost. Hoe fijn ik het ook vind.

Ik ben geen uitslaper. Zonde van de dag, dan neem ik liever ’s middags nog wat extra rust. Dat zou natuurlijk anders zijn als, zoals Rob het zingt, iemand anders naast mij zou liggen als ik wakker word. Terwijl ik zit te wachten op de ondertussen opgeroepen assistentie, neem ik de dag door en bedenk activiteiten die ik aan de meiden kan voorleggen om te ondernemen. Niet dat zij compleet afhankelijk hiervan zijn, maar enige activering is wel eens nodig, vind ik. En met wat plannetjes achter de hand ben ik hen mooi een stap voor. Als dit niet nodig blijkt te zijn is het alleen maar meegenomen. Soms blijken er al afspraken te zijn gemaakt met vriendinnen. Of hebben ze elkaar helemaal gevonden die dag. En er is natuurlijk het fenomeen huiswerk.

Na een gezamenlijk ontbijt vraag ik Susanna of het nodig is dat ik moet helpen met haar huiswerk. Uitleggen, overhoren? Het gebeurt niet vaak, maar het is wel grappig om weer in boeken der middelbare school te duiken. Ook al zit Susanna nu op het Gymnasium en zat ik 29 jaar geleden op de mavo. Nederlands, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde of biologie, een aantal vakken kan ik tot nu toe nog wel bijbenen. Behalve Grieks en Latijn, dan haak ik direct af.

Begeleiden bij het Frans wordt al lastiger. Ik beheers nog wel een aantal woorden en als ik komende zomer een week naar Parijs ga zal ik mij wel redden. De uitdrukking ‘met handen en voeten’ gaat voor mij natuurlijk niet op. Toen ik in mavo 2 en 3 zat haalde ik voor Frans bijna altijd een negen of een tien. In die jaren besteedde ik abnormaal veel tijd aan mijn huiswerk. Ik begon mavo 2 met erg slechte cijfers en kennelijk ben ik daar zo van geschrokken dat ik ben doorgeslagen. Verstandig leren was er eigenlijk niet bij. Het was stampen, maar niet begrijpen. Ik haalde er goede cijfers mee, maar een paar dagen later was ik meestal weer vergeten wat ik had willen leren.

Behalve de bekendste Franse zin aller tijden, Voulez-vous coucher avec moi ce soir, zijn er nog twee zinnen die ik nooit meer zal vergeten. Qu'est que vous faites lá? was de eerste Franse zin die ik op de mavo leerde. Toen ik in 1989 met Roelof en Bartel naar de Côte d'Azur ging, waren wij niet van plan om campings te gaan betalen. Wij sliepen in de vrije natuur, tussen het mais of op een erf van een boerderij. Ook ik was wel eens de bok om bij een boerderij te vragen of het mogelijk was om er te overnachten. Volgens mij kwam er iets uit als ʺBonsoir, il est possible que nous camper ici ce soir?ʺ

Duits vond ik altijd afschuwelijk, vooral al die naamvallen. Trouwens, wanneer sprak ik het nou? In de zomer van 2007 ben ik met Anneloes en Paolo in de Dolomieten geweest. Daar ontmoette ik Tanja, een Slowaakse die werkte in de bediening in het hotel. Zij sprak goed Duits en ik moest weer een beroep gaan doen op mijn ondertussen ver weggezakte kennis. En het bleek mij heel goed af te gaan. In werkelijkheid stond het misschien bol van de fouten, het klonk wel ergens naar. Helemaal als je wat sneller gaat praten. Tanja was nogal van de nette kleding. Haar antwoord op de vraag waar mijn strijkijzer was zal ik nooit vergeten. ʺWááás, hast Du kein Bügeleisen?ʺ Tanja, hoe lief en aantrekkelijk ze ook was, een gezamenlijke toekomst zat er niet in.

De rest van de zondag bestaat uit lummelen, kletsen, hangen, een uurtje slapen, computeren en wandelen. Het is koud buiten, dus het vraagt wel wat overredingskracht van mij om de dames mee te krijgen naar buiten. Mij lijkt het wel gezellig, hun aanvankelijk niet. Wij doen nog een paar potjes verstoppertje en gaan dan weer naar binnen, lichtelijk verkleumd. Trouwens, met mij verstoppertje doen is mogelijk, maar of ik nu moet zoeken of mezelf moet verstoppen, leuk is anders.

Susanna had geen hulp nodig bij haar huiswerk.

woensdag 3 april 2013

Mozaïek

Het afgelopen weekend waren grote delen van Nederland weer eens wit gekleurd. Het sneeuwen houdt maar niet op dit jaar, dachten wij allemaal. Sometimes it snows in april, een lied van Prince zong steeds in mijn hoofd. Maar ja, zover zou het niet komen, want op maandag 1 april was alle sneeuw weg, alsof het allemaal een grap was. 
Toch overheersten de kleuren geel en bruin. Het was namelijk Pasen en die kleuren schijnen er nu eenmaal bij te horen. Volksvoedsel nummer één in die dagen is chocolade. Het ware Paasverhaal uit de Bijbel raakt langzamerhand ondergesneeuwd, of is dit al. Dit jaar dus niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Ook voor mij is dit het geval. Niet dat ik meer aandacht geef aan het geel, de haas en de chocolade. Het verhaal van de kruisiging van Jezus en de boodschap daarachter is mij ook bekend, maar het vormt geen leidraad meer. Noch dit weekend, noch op een ander moment.

Mozaïek is een kunstvorm waarbij een groot aantal kleine gekleurde steentjes tegen elkaar aan worden gemetseld, bijvoorbeeld op een vloer of een wand. Gezamenlijk leiden al die steentjes dan tot een afbeelding.

Het begint een traditie te worden, want ook in dit jaar ben ik met Pasen, net als de afgelopen twee jaren, samen met mijn familie een weekend weggeweest. Aangezien er nogal wat bij komt kijken als Geert Jan den Hengst een nacht ergens anders wil gaan slapen, laat staan drie nachten, zal dit nooit een spontane actie zijn. Een tillift is een minimale vereiste. Het aantal momenten dat ik gedurende het jaar ergens anders overnacht is dan ook op één hand te tellen. De laatste jaren ben ik 2 keer per jaar een (ruime) week op vakantie geweest, aangevuld met zo’n twee keer een weekend weg met mijn familie. Dit om aan te geven dat het niet sneu gesteld is met mij.

Het enige waar men medelijden mee zou kunnen hebben is dat het weekendje weg altijd in Wapenveld eindigt. Niet ergens in Friesland, Brabant, Limburg of aan de kust, maar altijd in Wapenveld. Niet ver onder Zwolle. Zonder gekheid, deze beperking leg ik mijzelf op. Het woord beperking mag ik eigenlijk niet eens gebruiken. Uiteraard zou afwisseling van omgeving welkom zijn, maar het is een geweldige locatie om te vertoeven met mijn familie. Zorghotel Groot Stokkert ligt in de bossen en is lichtelijk oubollig. Je kunt er kamers en appartementen huren en gebruikmaken van al dan niet verpleegkundige zorg. Deze hulp kan ook geboden worden in de omliggende huisjes. En dan wil ik daar wel zijn met mijn familie. Ideaal!

Als ik praat over mijn familie, dan heb ik het nu over de familie Den Hengst. Ik kan ook zeggen: ons eigen gezin van vroeger met aanhang en kinderen, want groter is de familie tegenwoordig niet meer. Aan mijn moeders kant is er nog een enorm grote club, maar die laat ik nu even buiten beschouwing. Bij elkaar vormen wij, al zeg ik het zelf, een bijzonder stel. Niet omdat mijn ouders zestien kinderen hebben gekregen of omdat wij allemaal muzikale virtuozen of topsporters zijn. Ook niet omdat wij een gemiddeld IQ van 135 hebben of wereldverbeteraars zijn.

De vergelijking met mozaïek gaat op! Op de gebruikelijke familiefoto staan wij bij elkaar als een kleurrijk gezelschap en dan heb ik het niet alleen over de huidskleur. Er is bijvoorbeeld ook sprake van verschillende nationaliteiten en geloofsovertuigingen. Mijn zus Anneloes en haar Italiaanse man Paolo hebben twee Colombiaanse adoptiekinderen, Luisa (12) en Yeison (7). Mijn andere zus Corinne is getrouwd met haar Marokkaanse man Youssef en is moslima geworden. Hun zoon heet Soufian (9). Mijn vader was ooit dominee, maar geen van zijn drie kinderen is nog lid van de gereformeerde kerk.Vanuit mijn dochters bekeken is het waarschijnlijk helemaal een bijzondere situatie. Bij hen is er ook nog eens sprake van gescheiden ouders en een gehandicapte vader.

Ik moet denken aan de film Alles is Familie. Ik heb deze nog niet gezien, maar alleen al de titel spreekt mij aan. De ondertitel trouwens ook: … dus je doet het er maar mee. Mijn familie is heel belangrijk voor mij, ze zijn mij alles! Mijn ouders en mijn zus Corinne helpen mij veel. Ik geniet van ons samenzijn, of dit nu bij mij thuis is of met elkaar in Wapenveld. Helaas kan ik de afdeling Italië niet vaker zien dan nu het geval is, zo'n twee á drie keer per jaar.

Ik heb gelezen dat de film gaat over een familie waarin iedereen op een punt in zijn of haar leven is beland waarin het maken van cruciale keuzes onvermijdelijk is. Ja, wij allemaal hebben die momenten gekend. Misschien niet tegelijkertijd, misschien ook niet cruciaal, maar wel bepalend voor de rest van ons leven. De film valt in het genre mozaïekfilm. Dat is een film waarin een groot aantal personages een belangrijke rol spelen, vaak met meerdere verhaallijnen. Deze personages en verhaallijnen onderscheiden zich van de meeste andere films doordat ieder personage en elk plot even belangrijk is.

De zorg die ik nodig heb was geweldig en maakte het al geslaagde weekend nog geslaagder! Iedere ochtend en avond belandde Geert weer netjes in zijn rolstoel, dan wel in zijn bed. Slechts eenmaal ging er helaas wat mis en dat betekent dan ook direct goed mis. Ik ben afhankelijk van een zogenaamde condoomkatheter, overigens één van de beste uitvindingen van de vorige eeuw. Maar als er dan een knikje in een slangetje zit, dan werkt het voor geen meter. Een uur na het oorspronkelijke ritueel kon ik de hele riedel van verschonen en aankleden herhalen.

En maar positief blijven! Met mijn warme familie om mij heen lukt dat uiteraard wel.