vrijdag 20 november 2020

Sollen

‘Wat is er in godsnaam dan voor jou besteld?’ De verbazing spat van de vraag af. Lees ik schaamte? De wens is immers de vader van de gedachte.

Onlangs maakte ik een afspraak met Welzorg om een besturingskastje achterop mijn rolstoel te plaatsen. Iets met een joystick, heel veel knopjes en een display. Doet er eigenlijk ook niet toe. Voor mij wel natuurlijk, voor dit verhaal niet. Feitelijk was het een rare situatie, want enerzijds wachtte ik al een eeuwigheid op dat moment, maar tevens was het een overbodige actie. Uitleg!

Twee maanden geleden, ‘s avonds in de stad, hield mijn rolstoel er opeens mee op. Daar schreef ik al eens eerder over. Een monteur concludeerde de volgende dag dat de oorzaak in het betreffende besturingskastje zat en deze vervangen moest worden. Wie zou ik zijn om daaraan te twijfelen. Wel was er enige verbazing bij mij. Deze rolstoel is amper een jaar oud. Nu al kapot? Het door hem bestelde alternatief zou waarschijnlijk spoedig binnenkomen en dan zou hij ook meteen langskomen voor montage. Misschien overmorgen, anders na het weekend.

Dagen werden weken. Zeer frustrerend, alleen al omdat er al die tijd nog steeds sprake was van een storing in de stroomvoorziening. Ging het om een kabelbreuk? Een los contact? Snoeren en dus keuze zat. Feit was dat pas na gemiddeld 17 pogingen de rolstoel aanging. Dan gaat het alleen om dat wat ik zelf kan bedienen, het kastje achterop was morsdood. Ook was het iedere keer maar de vraag of ik mijn laptop kon gebruiken. Drie weken later werd door dezelfde monteur als hierboven, die behoorlijk verbaasd was over de gang van zaken, tijdelijk een ander kastje geplaatst. Zowaar, alles werkte weer. Wat nou noodvoorziening, dit was gewoon niet minder dan de ultieme oplossing!

Weer enkele weken later, de bestelling was kennelijk binnen, werd er een afspraak gemaakt voor donderdag 29 oktober. Waarom dit anno 2020 zolang moest duren? Je ne sais pas. Inmiddels had ik dus eigenlijk geen probleem meer. En dus annuleren? Tja. Een dag daarvoor, de 28e, kwam de vraag of woensdag 4 november ook mocht. De reden daarvoor was achteraf wel duidelijk. Maar goed, die paar dagen kon ik op dat moment ook wel wachten. Die woensdag moest ik van mijn kant helaas afmelden wegens een verplichte quarantaine.

Toen ik weer in de mogelijkheid was mensen te ontvangen, maakte ik dus de nieuwe afspraak met Welzorg. Op woensdag 11 november zou tussen 9:00 en 13:00 het betreffende kastje worden geïnstalleerd. Die middag om 13:30 bel ik of het klopt dat ik nog steeds moet wachten. ‘Ja, dat klopt, maar de monteur is onderweg. Nog even geduld meneer!’ Een uur later krijg ik de beschamende mededeling dat de monteur niet komt, omdat het kastje er niet is! Het is spoorloos, ’maar we gaan er achteraan!’ Als ik uit wanhoop alle betrokkenen per e-mail inlicht over deze gênante vertoning, krijg ik van een Welzorg-adviseur bovenstaande vraag.

De volgende dag word ik gebeld. De bestelling was nu opeens wel binnen. Toeval? Geloof het zelf! Dezelfde dag werd het kastje gemonteerd. Dat deze handeling feitelijk niet meer nodig was, hield ik maar stil!

 

What do you want to do ?
New mail

maandag 9 november 2020

Overmacht

Natuurlijk had ik deze samenloop van omstandigheden nooit kunnen voorzien.

Toen ik enkele dagen terug de bestelling plaatste, hield ik er uiteraard rekening mee dat bij mij nou eenmaal niets vanzelfsprekend is. Niks voorgevoel, gewoon realisme. Maar dit? Op de relativering ‘het komt wel goed’ durfde ik toen nog te vertrouwen. Onterecht zou aanvankelijk blijken!

Ook bij dit avontuur waren bruikbare handen onmisbaar, al was het alleen voor de letterlijke finishing touch. Het gaat immers om best wel veel knopjes! De tijd van ‘stekker erin en klaar’ is niet meer. Om de apparaten in mijn keuken te plaatsen waren er Coolblue-mannen beschikbaar. Maar het definitieve afstellen kon pas die avond gebeuren.

Waarom ik een nieuwe koelkast en idem vaatwasser kocht? Was dat nodig? Wat is nodig, vroeg ik mezelf ook al af. De apparaten deden het nog, maar waren ook wel bijna 13 jaar oud en dat was te merken, vond ik. Dus! Het idee ontstond afgelopen zomer toen mijn huis toch al een behoorlijk metamorfose onderging.

Toen ik wist dat de apparaten op maandag tussen 12 en 17 zouden worden gebracht zette ik de voorgangers, die in principe door de heren van Coolblue zouden worden meegenomen, nog snel op Marktplaats. Met succes, want in no-time verkocht.

Nu schakel ik over naar wat er zich gelijktijdig op de achtergrond afspeelde. Of eigenlijk moet ik spreken over voorgrond, want niets zo belangrijk als de gezondheid. Toch? Kennelijk stel ik andere prioriteiten. Al enkele dagen had ik een soort van druk op de borst. Hoe dat kwam? Iets met het hart? Geen idee, niet doortastend, kop in het zand.

Misschien enorm onbenullig, maar die maandagochtend kreeg ik pas de ingeving ook eens aan corona te denken. Op het internet las ik dat een druk op de borst als een der coronakenmerken wordt vermeld. Na advies van huisarts en GGD kon ik die middag nog thuis getest worden. Nooit geweten dat je met een stokje zo diep in je neus kon graven. Wat een nare ervaring, maar dat terzijde. Ik zou overigens de uitslag via mijn DigiD kunnen opzoeken, dus dat ging ik maar doen. Bij een positieve uitslag zou ik sowieso gebeld worden.

Die maandagavond wilde ik mijn koelkast en afwasmachine goed laten afstellen. Dit vraagt wat tijd, die er door omstandigheden niet was bij Fokusmedewerkers. Even iemand anders vragen was niet mogelijk, want wachtende op de uitslag mocht ik niemand ontvangen. Maar positief gestemd over de waarschijnlijk negatieve uitslag, besloot ik mij te focussen op de  volgende avond. Dan zou een vriend langskomen.

De volgende dag werd ik ‘s middags gebeld door de GGD. Schrik, slik, de druk op de borst verdubbelde spontaan. Dus toch? Maar een iets te vriendelijke stem feliciteerde mij met een negatieve uitslag. Tijd voor opluchting was er niet, want even later belde Fokus dat ik wegens een coronabesmetting voorlopig in quarantaine moest. Dat betekende dus geen bezoek ontvangen en dus geen apparaten kunnen gebruiken. De inhoud van de inmiddels verkochte koelkast stond deels bij mijn ouders en grotendeels op mijn balkon.

En toen? Moest ik blij zijn of mocht ik flink balen?

Achteraf weet ik dat het heus wel weer goed komt.

 

dinsdag 3 november 2020

Probleem

‘Fijn Geert, dat had ik trouwens al verwacht. Zover ik weet ben jij met jouw bakkes maar wat graag in beeld.’

Het cynisme droop er vanaf, maar diegene schoot wel raak. Haar woorden kwamen na mijn antwoord op de vraag of ik wilde meewerken aan een item voor RTV Oost. Mediageil? Ach, een big smile is zo getoverd en ik heb ook altijd wel een woordje klaar. Al luister ik inmiddels niet graag naar mijn nogal krakende, onduidelijke stem.

Ook over het onderwerp van deze ochtend kon ik uiteraard meepraten. Het gaat immers iedereen aan, dus ook mij. Maar van vanzelfsprekendheid is hierbij absoluut geen sprake. Het ging om een stukje media over het gebruik van mondkapjes. Daarbij zou ik in een één-tweetje met Rick Brink, de minister van gehandicaptenzaken, een keerzijde gaan belichten. Die ochtend vertelde Rick dat er bij hem veel signalen binnenkomen van mensen met een handicap die gewoonweg geen mondkapje kunnen dragen. Dit vanwege hun beperking, aandoening of ziekte, maar daarop wel worden aangekeken. Men wordt bijvoorbeeld geweigerd bij het willen reizen met een taxi.

Als er een noodwet van kracht gaat, waarin het gebruik van mondkapjes voor iedereen verplicht wordt gesteld, dan moeten de uitzonderingen ook worden opgenomen in deze wet. De minister legde uit dat het bewerkstelligen van deze wens logisch lijkt, maar dat daarvoor veel uitleg en overleg nodig is. Bij de ambtenaren die de wet maken en bij de kamerleden die hierover gaan beslissen.

‘Ik kan er naar kijken maar dan zit dat ding over vier eeuwen nog niet om mijn oren’ en ‘nu lijk ik net een outlaw die niet doet wat eigenlijk wel zou moeten.’ Deze oneliners produceerde ik, nadat de voice-over aan de kijkers meedeelde dat het voor mij onmogelijk is om een mondkapje op te zetten.

In mijn geval klopt het dat ik het lapje stof niet zelfstandig kan plaatsen, maar onoverkomelijk is dat nog niet.  Eenmaal aangebracht kan ik er enigszins mee overweg. Ook al heb ik het idee dat de capaciteit van mijn longen minder groot is geworden, de ademhaling kan dat logge lichaam van mij nog voldoende voorzien van zuurstof, ook met een mondkapje. En mijn oren zijn groot genoeg om het op de plaats te houden. Daartegenover staat dat ik met zo’n lapjes stof over mijn kin mijn rolstoel niet zo goed kan besturen. Neem dat maar gewoon van mij aan.

Mijn lippen op elkaar persen en dan een duikbril opzetten of een knijper op een neus klemmen is ook zo’n gedoe. Maar wat dan wel? Zeg het maar. Ideaal is als ik de rolstoel door een ander laat besturen en ik mij vanachter een mondkapje een stuk veiliger en relaxed kan voelen. Wat sowieso ook helpt is gewoonweg de drukte niet opzoeken. Jezelf opsluiten hoeft volgens mij niet. Winkelen is toch niet heilig?

Het filmpje ging behoorlijk viraal. Gelet op de vele reacties die volgden blijkt maar weer dat het probleem veel voorkomt. Wel moge nu duidelijk zijn dat ik ten onrechte complimenten kreeg dit onderwerp te hebben aangesneden. Die eer is oneerlijk.

Ik wilde alleen met mijn bakkes op een beeldscherm. Of zoiets!