Misschien
had het zo moeten zijn. Immers, ik was nu eindelijk overtuigd. Het was trouwens
een geluk dat die ene vrouw toevallig voorbij fietste.Toen
ik even later thuiskwam was ik geladen. Maar jankte ik vanwege
de zoveelste klotesituatie of was het de opluchting dat ik zowaar openlijk erkende
hulp nodig te hebben.
Onlangs,
een zondagmiddag. Het zonnetje dreef mij naar buiten. Deze logica was helaas niet
meer vanzelfsprekend. Voorheen
dwong ik mijzelf dagelijks de deur uit. Echter, gedurende het laatste jaar heb
ik mijn vrij onbevangen en positieve levensinstelling, vol met liefst grensverleggende
activiteiten, geleidelijk aan verloren.
Tot
halverwege dit jaar zat ik, noem het vrij zorgeloos, in mijn vorige rolstoel.
Daarmee kon ik de wereld aan vond ik. Wat
voor fysieke achteruitgang mij ook overkwam, mijn rolstoel ontwikkelde zich met mij
mee.
Terugblikkend
zijn er enkele gebeurtenissen die ik zie als bepalend voor deze omslag. Die reis
vol spectaculaire bezigheden van vorig jaar, die ik heb moeten afsluiten met
een kleine week in een Frans ziekenhuis, heeft veel impact gehad. Kennelijk kan
ik niet meer zoveel van mezelf vergen! Ook een aantal flink beangstigende
momenten tijdens een zeilweekend hebben mij onzeker gemaakt. Zeilen, een
jaarlijks terugkerende vaste prik, dat nooit meer!
Maar
zeker ook het enkele maanden terug overstappen op mijn nieuwe rolstoel heeft
een grote rol gespeeld. Aanvankelijk was het nog een proces van wennen, wat al
met al vrij voorspoedig is verlopen. Geleidelijk aan ontdekte ik echter dat de
kinbesturing niet meer goed functioneerde. Nee, dit had geen technische oorzaak,
mijn lichaam kon deze besturing niet meer aan. Ik moest maar eens gaan
uitkijken naar alternatieven. Voor alle duidelijkheid: het waren anderen die
mij hierop attendeerden. Zelf zag ik het niet, of wilde ik het niet zien! Ammehoela,
dacht ik, die kinbesturing heb ik toch al jaren? En trouwens, hoe moet ik
anders mijn computer bedienen? Verandering, aanpassing, no way!
Die
ene zondagmiddag ging ik ondanks twijfel dus toch naar buiten. Nauwelijks 150 m
verderop voelde ik hem opkomen. Een doodgewone nies, niets mis mee zou je
zeggen. Helaas, na afloop van deze krachtsexplosie kon ik mijn tocht niet
voortzetten. Door verkramping in de hals? Door verplaatsing van mijn lichaam?
Hoe dan ook, ik kon slechts met een grote krachtsinspanning en met kaakkramp tot
gevolg, de betreffende joystick met mijn kin beroeren.
Nee!
Niet weer! Net nu! Dit was mij al zo vaak overkomen de laatste tijd. Verdergaan
was geen optie. Gedesillusioneerd draaide ik om. In etappes van enkele meters
kwam ik vooruit. Onderwijl steeds stoppend om mijn kaken ontspanning te gunnen.
Waar
ik al langer bang voor was werd nu de waarheid. Halverwege het kruispunt
stond ik weer stil en nondeju, het lukte mij gewoon niet meer om de besturing
te beroeren. Daar stond ik, midden op de weg. Waarschijnlijk hadden auto’s ook
wel gestopt, maar dankzij die behulpzame vrouw bereikte ik de overkant.
Onderwijl
heb ik een therapeutisch traject aangevraagd bij een revalidatiecentrum. Het is
niet alleen die kinbesturing. Ik ga mijn ziekte maar eens serieus benaderen. En
dat onbevangene komt heus wel weer terug