‘Naar die afspraak kan ik dus niet meer. En die
ontmoeting, helaas pindakaas, ga ik ook maar annuleren. Laat ik die ene meeting
dan ook maar skippen. Hoewel, dat is wel heel erg jammer eigenlijk. Zal ik toch…?
Nee Geert, ook al zou je in principe wel kunnen, uit principe kan jij dan niet!
Nee is nee! Wees verstandig. Ver-wat? Ver-stan-dig!’
Een gesprek van bovenstaande strekking had ik onlangs met
mezelf, terwijl ik in mijn agenda de komende weken, zelfs maanden doornam om te
kijken welke afspraken ik had gemaakt. Het doel daarbij was om de in mijn
enthousiasme, noem het naïviteit, gemaakte fouten te corrigeren. Niet fout-fouten,
wel zeer onverstandige.
Aanleiding was een vergadering van Toegankelijk Zwolle.
Laat het duidelijk zijn, alle verwijten tijdens en achteraf, a la ‘wat doe ik
hier?’ waren aan mijzelf gericht. Mijn vrijwilligerswerk had gewoon de pech dat
tijdens een bijeenkomst onder hun vlag het zogenaamde kwartje opnieuw viel. Het
kwartje dat al vaker was gevallen, maar waar Geert de daaruit voortkomende
levensles, om zo mogelijk toch maar iedere dag een flinke siësta in te lassen,
zelden tot nooit ter harte nam.
Op die woensdagmiddag was ik dus daar, tussen 14:00 en
16:00. Ik had mij hiervoor al weken geleden aangemeld. Volledig bewust, maar
behoorlijk stom zou dus wederom blijken. Toegegeven, vooraf had mijn onderbuik
al signalen gegeven dit niet te doen. Halverwege de bijeenkomst voelde ik mijn denkbeeldige,
maar zeer betrouwbare energiemeter. De ogen vielen zo’n beetje dicht en van
enige volume in de stem, laat staan articulatie, was nauwelijks sprake meer!
Eenmaal thuis poogde ik streng te zijn en nam mij voor om
voortaan beter voor mezelf op te komen. Dus een afspraak die tot bijvoorbeeld 13:00
duurt is prima, maar alles wat tussen 12:00 en 15:00 aanvangt sla ik maar af. Eigenlijk
had ik deze overeenkomst met mezelf al staan. Sterker nog, ik kwam bij toeval
een e-mail tegen, acht maanden geleden verstuurd, waarin ik de ontvanger
vertelde dat ik beter geen afspraak voor tussen de middag kon maken. Waarom ik
destijds dat vond, maar daarna toch weer overging tot het oude patroon van wel
afspreken, dus eigenwijs zijn? Zeg het maar!
In diezelfde lijn van door de feiten worden ingehaald ligt
dat wat ik vorige week meemaakte en daarop besloot. Ook dit had ik eerder
verkondigd. Ging ik ‘s avonds naar een snackbar voor een vette hap, werd de
terugtocht weer een martelgang. Door hobbel in de weg nauwelijks bij kinbesturing
kunnen. Dat het regende maakte het ook niet gezelliger. ‘Ik ga nooit meer
alleen op pad!’ besloot ik.
Maar Geert, jij verkondigde dit een aantal weken terug ook
al? Eh, ja inderdaad! De knop was om, ik zou nooit meer alleen op pad gaan.
Hierbij was ik behoorlijk stellig, toch? Maar hoewel er sindsdien vaker een
beroep wordt gedaan op anderen, een vaste ondersteuning heb ik nog niet kunnen
regelen. En ik ging toch weer alleen op pad, waarbij de techniek mij goed
gezind was.
Toen was daar het corona-virus en werd ik onherroepelijk
ingehaald door de realiteit.
Überhaupt niet meer op pad en tijd genoeg voor siësta’s.