″Dat is ook niet zo raar, Geert. Besef wel dat je vandaag een marathon hebt afgelegd.″
Vlak
daarvoor heb ik, slappehap als ik me voel, met een daartoe overeenkomstig
antwoord gereageerd op de vraag naar hoe het met mij op dat moment gaat. De belangstellende
verpleegkundige trok daarop de vergelijking met een marathon. Of iemand zich
met ruim 42 kilometer in de benen zich net zo beroerd zal voelen, weet ik niet.
Ondanks mijn gesteldheid lukt het mijn hersenen nog om diep in mijn verleden te
graven. In gedachten zie ik mijzelf de flat aan de Palestrinalaan linksaf
verlaten, op weg naar de dijk om richting het Westerveldse bos te snellen. Het
is een herinnering aan ruim 20 jaar geleden.
Die ochtend werd ik wakker van een geluid,
niet realiserend dat dit het irritante geluid van mijn Hema wekkertje was. Omdat
Geert nogal van de klok is, meteen wakker is en altijd op afgesproken tijden om
assistentie vraagt, en omdat medewerkers van Fokus wisten dat hij die avond
daarvoor ook al flink beroerd was, vertrouwden ze het niet. Gelukkig maar, ik
was met flink hoge koorts een eind van de wereld. Een uur later lag ik in een
ambulance op weg naar het ziekenhuis. Na onderzoek bleek het een blaasontsteking
te zijn, waar ik nogal heftig op reageer.
Hardlopen
of joggen of wat de gangbare term daartoe ook is, het ging mij wel goed af. Nooit
verwacht, want in menig sport was ik nou niet echt een uitblinker. Was ik
enthousiast? Eigenlijk niet. Eerder gedisciplineerd. Eenmaal onderweg ging de
knop om en wist ik een eind door te denderen. Snel opgeven deed ik niet. Als ik
anno nu hardlopers spot, denk ik toch met goede herinneringen terug aan toen. Mis
ik het? Een beetje, jammer dat het nu niet meer kan. Was ik destijds
doorgegroeid? Was ik werkelijk zo goed als ik het hierboven kenschets? Ik hoop
het. Ik weet het niet meer zeker, maar ik denk van wel. Bewijs heb ik echter niet.
Destijds
fantaseerde ik dat ik mijzelf al een doel wilde stellen. Hoezo
zelfoverschatting? Hoezo waanzin? Het was daarbij niet de marathon, noch de halve,
maar ik dacht er aan om mij op een rondje Zwolle te focussen. Misschien omdat
dat een rondje rond Zwolle wat vriendelijker en toegankelijker klinkt. Qua
afstand maakt dat overigens nauwelijks uit. Het is nog geen drie kilometer korter
dan de daadwerkelijke marathon.
Verder
was ik best wel bescheiden, want ik kocht niet van die mooie hardloopkleding,
met vaak felle kleuren, die ik tegenwoordig straat voorbij zie zweten. Of vond
ik dat gewoon zonde van het geld? Wel had ik goeie schoenen, maar verder liep
ik In een oude joggingbroek en dito T-shirt. Ook geen stopwatch bij mij, maar wel
wat belangrijkers: een flinke dot toiletpapier. Thuis deed ik er van alles aan om
de verdere ellende van onderweg te voorkomen. Koffie en sigaretten, ook al had
het succes, desondanks moest ik er onderweg vrijwel altijd aan geloven. Binnen 10
minuten of na een half uur, de nood liet mij de bosjes induiken.
Met
mijn territorium heb ik wel mijn sporen in het verleden achtergelaten.