‘Je moet maar denken in de lijn van wat Theo zei.’ Misschien wat vergezocht, maar met deze vergelijking had diegene wel gelijk.
Met dubbele gevoelens begin ik trouwens aan deze tekst. Wat mij overkwam wil ik van mij af schrijven en is tevens gewoon voer voor mijn blog. Toch voel ik mij ook enigszins bezwaard. Alweer die negativiteit over het vervoer waar ik afhankelijk van ben? Kan Geert niets anders bedenken? Nee, jawel, maar sorry, nu even niet.
Die avond ging ik met vrienden naar Theo Maassen. Na afloop hebben we het over de goede voorstelling. Dat wat mij is overkomen kan ik overduidelijk nog niet loslaten. Door verbazing, boosheid, machteloosheid. Op dat moment wordt mij voorgesteld om het te zien zoals de cabaretier het verwoordde.
Theo had het erover dat tomaten, als die in ideale omstandigheden in kassen groeien, minder smaak en karakter hebben dan wanneer tomaten van buiten komen. Ze moeten dus wat weerstand hebben om mooier, smaakvoller te worden. ‘Jouw heenweg vanavond was misschien wel die weerstand, waardoor jij de voorstelling nog intenser heb kunnen beleven.’ Of zoiets , maar de vergelijking vond ik wel grappig, toepasselijk. Ooit hoorde ik iets dergelijks: tegenslag is nodig, je wordt er sterker van.
Het was de derde keer dat wij samen naar Theo Maassen gingen. Die vorige keren arriveerde de taxi te laat en bijna te laat bij het theater. Mede daardoor was ik lichtelijk nerveus. Zou het vervoer goed gaan? Vertrouwen op het taxivervoer is er al niet meer en allenig in een stadsbus doe ik liever ook niet. Maar nood breekt wet. Het puzzelen begon, want iemand meevragen klinkt vanzelfsprekender dan dat is. Waarom? Daarom, geloof mij.
Een Fokusmedewerker hielp mij bij het in de bus rollen en vanaf de halte waar ik eruit moest zou een PGB-medewerkster, die daar vlakbij woont, mij naar het theater brengen. Goed geregeld, Geert. Alleen de harde regen had ik niet besteld. Ter bescherming liet ik mijn telefoon daarom maar opbergen. Die was toch niet nodig, dacht ik nog! In de bus riep ik alvast waar de chauffeur moest stoppen. Een reactie kreeg ik niet. Een stem achter mij bood aan om op het knopje te drukken.
Ruim op tijd lichtte het woordje stop op en ik bereidde mij mentaal voor op de volgende fase van mijn onderneming. Maar de chauffeur negeerde de bushalte. Ik ontplofte en vroeg schreeuwend om te stoppen, maar kreeg weer geen enkel teken van leven te zien. Zelfs een medepassagier die de buschauffeur op mij attendeerde kon geen resultaat behalen.
Bij de volgende halte wordt er gestopt. Na enkele anderen wil ik ook naar buiten, maar dan sluiten de deuren zich weer. Een volgende verbaal agressieve stortvloed volgt en de deuren openen alsnog, zonder een sorry trouwens en ik kan regen gaan happen. Wat voelde ik mij gezellig, dus niet! Even bellen naar de PGB-medewerkster zat er niet in en hoe leg ik mijn situatie uit aan iemand die langsloopt? Een vrouw die mij in de regen zag mopperen en ploeteren op het zebrapad bood redding.
Uiteindelijk kwam ik met de PGB-begeleiding op tijd aan in het theater. Opgelucht, een beetje blij en zeiknat.