maandag 21 juni 2021

Dom

Hoe kan dat nou? Waarom had ik dat niet in mijn agenda gezet? Het stond er echt wel, ooit. Door de coronamaatregelen werd deze bijeenkomst tig keer vooruitgeschoven. Na de laatste keer ben ik kennelijk vergeten de nieuwe datum te noteren.

Die middag hoorde ik tijdens een onlineoverleg voor Toegankelijk Zwolle dat wat ik dus eigenlijk al had kunnen weten. De volgende dag zou voor ervaringsdeskundigen de training ‘Brandweer en Veiligheid’ worden gegeven. Daar wilde ik aan meedoen. Eigenlijk was dat laatste heel eenvoudig, want via een link en mijn beeldscherm kon ik lekker makkelijk toch aanwezig zijn. Maar nee, Geert wilde ter plekke zijn. Waarom? Daarom.

Inmiddels heb ik vaak genoeg erover geschreven dat ik het mezelf weer eens onnodig moeilijk heb gemaakt. En ook dat het zo prettig is dat ik tegenwoordig gebruik kan maken van PGB-begeleiding. Geloof mij, ik ben echt niet op zoek naar ellende. Al wekt dat wel die indruk, wanneer ik terugkijk op die donderdagmiddag.

Even leek het verstand te winnen van de wil. Immers, ik had geen pgb-begeleiding kunnen inschakelen en om nu nog iemand te vragen was waarschijnlijk niet mogelijk. Nou ja, dan maar alleen. Een dag later, bij de bushalte bekroop mij een mix van twijfel en zelfverwijt. Maar Geert, you can do it! Gelukkig bleek dat aanvankelijk dan ook.

Het was een interessante, zinvolle meeting. Over en weer werden vragen gesteld en ervaringen gedeeld, afgewisseld met informatie over preventief en adequaat handelen. Misschien heel onnozel, ook shocking, maar ik kwam er trouwens achter dat de brandmelders die rijkelijk aanwezig zijn in mijn woning totaal niet werken. Deze zijn aangesloten op een systeem wat al vrij spoedig na de start van dit project is afgesloten. Waarom? Zeg het maar.

De bushalte voor de terugreis is aan de overkant van die behoorlijk drukke straat. Omdat ik weet dat de bus er bijna aankomt, geen tijd wil verliezen, riskeer ik mijn leven. Waar een eerste auto het bij claxonneren houdt, wordt er uit een tweede mij wat onduidelijks toegeroepen. Het laatste woord lijkt te eindigen op ongool.

Toegegeven, er stond een auto nogal ongelukkig geparkeerd, waardoor parallel langs de bushalte stoppen lastig is. Maar voor een beetje buschauffeur moet dit geen probleem zijn. Toch? Misschien dacht hij of zij dat ik graag nog even wilde wachten. Zodra twee passagiers aan de voorkant mogen instappen volgt er plankgas een doorstart. O, wat was het gezellig met mij, daar onder die felle zon.

Als even later de volgende bus komt, ben ik zeker van mijn zaak. Inmiddels is er voldoende ruimte om goed te stoppen en bovendien wordt er bij de achterdeur iemand uitgespuugd. Maar in plaats van de oprijplaat naar buiten, gaan de deuren weer dicht. Terwijl de bus weer optrekt beukt de hierboven beschreven persoon op het raam van de bus. Moet die meneer ook mee?

Enkele minuten en haltes verderop wil ik uitstappen. Ik vraag één iemand buiten te gaan staan om te kijken of het goed gaat. Na drie pogingen lukt dat, min of meer. Wat doe ik hier eigenlijk? Zat ik maar achter mijn laptop.

Eenmaal thuis besef ik dat ik eigenlijk best wel dom ben geweest.

vrijdag 11 juni 2021

Banden

De betonnen strook die onder mijn benen door verdween was dus het mooiste fietspad van Drenthe 2017. Dat verbaasde mij trouwens niet, toen ik onderweg op een bord deze vermelding las.

'Wie döt mij wat, wie döt mij wat, wie döt mij wat vandage. 'K heb de banden vol met wind. Nee, ik heb ja niks te klagen…’

Zojuist vertrok mijn taxi op weg naar Lhee, bij Dwingeloo. Op een stoel schuin achter mij zit een mevrouw. Waar zij heen moet vraag ik niet. Daar heb ik toch geen invloed op. Hopelijk ben ik de eerste die arriveert. Het lijkt erop dat ik geluk heb. Tot nu toe hebben we de juiste weg, richting Meppel. Maar dat zegt niks, zal blijken.

Bijna uit het niets zingt bovenstaande refrein door mijn hoofd. De rest van het liedje van Skik is niet te verstaan. Zie het als voorpret, misschien vermengd met wat spanning voor dat wat komen gaat. Met een paar anderen ga ik die middag fietsen. Echt! Dat ongeveer niets onmogelijk is heb ik inmiddels wel geleerd.

Het idee ontstond als alternatief voor wat niet door kon gaan. Met stichting De Hinkelaar zou ik aanvankelijk een lang weekend gaan wandelen op en rond de Dwingeloose heide, ergens begin april. Natuurlijk was er een grote kans dat het niet door zou kunnen gaan. En zo geschiedde, ook een nieuwe datum werd geannuleerd. Dat wandelen bij Geert op zijn eigen wieltjes gaat, is bijna vanzelfsprekend. Maar dit keer zou het wat arbeidsintensiever gaan. Op een eenwieler, maar dan anders. De zogeheten Joëlette bestaat uit een soort van twee metalen stangen van twee meter, met daartussen een kuipstoeltje en daaronder een wiel. Het evenwicht en voortbewegen wordt verzorgd door de twee personen die voor en achter mij lopen. Onduidelijk? Google! Zo’n vier jaar geleden in de Vogezen heb ik hier ook al eens mee gewandeld door de bergen. Erg gaaf! Toen bleek dat er voor bovenstaand weekend Joëlettes zouden worden gehuurd, hoefde ik niet te twijfelen.

Deze uitdaging mocht dus niet doorgaan, waarop het idee ontstond om een dagje te gaan wandelen. Dit werd al spoedig omgezet naar fietsen. Waarom ik dacht dat ik wel weer op een duofiets geplakt zou gaan worden, weet ik niet. Misschien was het een wens, omdat het vorig jaar zomer heel gaaf was. Op Texel werd ik op zo’n duofiets getild en bleef dankzij een rol ductape wel zitten.

In Meppel stokt mijn reis. De mevrouw moet worden afgezet op een plek waar taxibusjes met mij inside niet zouden mogen komen. Het balen van vertraging en gehobbel werd later die middag helemaal goed gemaakt. In Lhee werd ik met een tillift op een rolstoelfiets, eerder een soort riksjafiets, geplaatst en met sjorbanden vastgezet.

De fietstocht was dus geweldig, het fietsen zelf nog meer! Oude tijden herleefden toen we weer eens op een terras konden zitten. Geert werd met fiets en al tussen de stoelen gemanoeuvreerd. In Lhee werd er nog een barbecue aangestoken, waarna ik volledig moe, maar ook vol energie weer naar huis ging.

‘Wie döt mij wat, wie döt mij wat,wie döt mij wat vandage. 'K zol haost zeggen, jao het mag wel zo.’