Anders
dan andere insecten zijn vlinders geliefd bij de meeste mensen. Vlinders hebben
een vriendelijk en opvallend uiterlijk en kunnen bovendien niet steken of
bijten. Vlinders zijn een veel gebruikt onderwerp in de kunst. Ze worden
gebruikt als een symbool van vrolijkheid, vrijheid of verliefdheid. Maar ook
van troost en rust.
Vorige
week vrijdag, Susanna komt thuis uit school. Er was iets anders dan anders en
gelukkig begon ze direct met vertellen. ʺPapa, weet je dat Laura verkering
heeft?ʺ Dit heeft duidelijk indruk gemaakt, schatte ik in.
Laura, een paar maanden jonger en een paar centimeter langer dan Susanna, is
een meisje uit haar klas en Susanna is goed bevriend met haar. Veel lachen,
kletsen, delen, roddelen, praten en skypen. Is Susanna net uit school, dan
verdwijnt ze na een kop thee of iets dergelijks snel naar haar kamer voor het
maken van haar huiswerk. Maar de kans is groot dat ik haar al vrij snel hardop
hoor praten. Ik neem aan dat dat niet tegen een blinde muur gebeurt.
Mijn oh mijn, oh ik heb pijn, oh
zo'n pijn
Tot over m’n oren smoorverliefd op
jou
Keer op keer, stort ik weer neer,
ik kan niet meer
Tot over m’n oren smoorverliefd op
jou
Veel te vrij, wat moet ik met een
meisje zoals jij
Veel te vrij, je hebt niemand
nodig, tot over z'n oren
Smoorverliefd op jou
Laura had
verkering. Nog steeds, zijn de laatste berichten. Op zich is het natuurlijk
geen bijzonder nieuws. Wat gaat mij het aan dat deze jongedame verkering heeft?
Toch doet de mededeling van Susanna mij wat. Ik zie dat het Susanna bezig
houdt. Uiteraard stel ik haar vragen over hoe zij het vindt dat haar vriendin
nu opeens een vriendje heeft. Raakt het haar? Susanna vervolgt met een lang
verhaal, een opsomming van tips, meningen, waarschuwingen en bezwaren. Het is
een voorzichtige voorspelling over hoe de verkering zich verder zal gaan
ontwikkelen. Tevens geeft zij uiting aan haar gedachten over hoe het is als je
verkering hebt, hoe het zou kunnen voelen. Susanna vertelt hoe het jonge stel
elkaar heeft ontmoet en hoe lang ze elkaar al kennen. Beter gezegd, hoeveel
uur!
Uit
respect voor beide meiden, maar zeker ook ter bescherming van hen en hun
vriendschap, ga ik er hier verder niet op in. Ik kom nu overigens aan bij het grootste
manco van internet, namelijk dat iedereen het kan lezen. Als je dat wil
bereiken, zoals ik, is dit geen probleem. Er moeten nu echter grenzen worden
bewaakt.
Het
onderwerp blijft ook om een andere reden kleven in mijn hoofd. Het voelt anders
dan toen Susanna in groep zeven zat en vertelde dat die en die verkering hadden
of dat die ene jongen volgens iedereen uit de klas verliefd op haar was. Mijn Suusje zit inmiddels in het tweede jaar
van het middelbaar onderwijs. Zij wordt ouder, het kinderlijke verdwijnt
langzamerhand en de wereld wordt herontdekt. Het gaat mij dus echt niet om de
verkering van deze ene jongedame, wel om het feit op zich. Op een gegeven
moment kan Susanna ook thuiskomen met de status van verkering hebbende.
Misschien duurt het nog zes maanden, misschien vijf jaar. Over drie maanden
zwaait Rosa af van de basisschool. En dan is er al helemaal sprake van een
nieuwe fase in de opvoeding, met twee meiden op de middelbare school.
Waarschijnlijk is deze fase al begonnen.
Ik ben verward, voel eens m’n
hart, gaat veel te hard
Tot over m’n oren smoorverliefd op
jou
Ik voel me rot, ik ga kapot, ik
lijk wel zot
Tot over m’n oren smoorverliefd op
jou
Veel te vrij, wat moet ik met een
meisje zoals jij
……
Gedurende
mijn zestiende levensjaar begon ik te ontdekken dat er zich ook in mijn lichaam
vlinders konden bevinden. Althans, ik kan mij niet heugen dat het daarvoor al
gebeurde. Mijn leven speelde zich, behalve thuis en op school, grotendeels af
in een kelder onder de kerk. Een grote ontmoetingsruimte waar zich al het
jeugdwerk afspeelde. De uitdrukking Het
gezin is de hoeksteen van de samenleving gaat deels voor mij op: de
Hoeksteen is mijn samenleving. Deze geheel zelfbedachte gedachtenkronkel is
natuurlijk belachelijk en zeer vergezocht, maar benadert wel de waarheid. De Hoeksteen was het kerkgebouw waar
mijn vader predikant was tussen 1982 en 1990. Vanaf ongeveer 1984 begon de kerk
en vooral de kelder daaronder aan mij te trekken. Voor mij begon het op de
zogenaamde vrijdagavondclub. Maar na twee jaar stapte ik over op de
zaterdagavondclub en op de donderdagavond ging ik toen zelf ook nog eens een
groep kinderen begeleiden. Dat was erg leuk en leerzaam te doen!
Op de
vrijdagavondclub met een paar leuke meiden om mij heen, werden mijn hormonen
getriggerd. Daar kreeg ik voor het eerst verkering. Annet was haar naam en ik
weet in ieder geval nog goed dat het veel indruk op mij heeft gemaakt. Wat was
het leuk om verliefd te zijn. Uiteraard was het allemaal heel onschuldig, maar
toen vond ik het al heel wat voorstellen. Zoenen in het steegje achter haar
huis, hand-in-hand lopen en samen naar club. Wat wist ik nou van verkering? Ik
denk dat het al met al een paar weken heeft geduurd. De zomer van 1987, ik was
met René en zijn ouders in Zwitserland, bracht mij ten tweede male verkering,
nu met Karin uit Beilen. Na deze episode volgden Andrea en later Mary-Anne,
beiden weer uit de kerk.
Zoals
mensen zich los kunnen maken van de kerk, zo heb ik mij losgemaakt van de kerk
en de jongerenclub en dus ook een belangrijk deel van mijn liefdesleven. Ik
kreeg andere contacten en leerde ook niet veel later Wyanne kennen. Tegenwoordig
is mijn liefdesleven natuurlijk heel anders. Maar kan ik nog steeds vlinders in
mijn buik krijgen. Sterker nog, ook ik ben nog wel eens smoorverliefd en dat
voelt dan nog steeds vreemd, zoals Doe
Maar zong.
Ik lijk wel zot en ik voel me rot
Liefde is een vreemde ziekte
Ik lijk wel zot en ik voel me rot
Liefde is een vreemde ziekte
...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten