Nee
hoor, lulkoek natuurlijk! Hooguit in mijn dromen hoor ik mijn dochter dit
verkondigen. Zij heeft gelukkig andere, of beter, geen prioriteiten gesteld. Als
een student deze überhaupt al openlijk kan stellen in een zoektocht naar woonruimte.
Ik zou mij eigenlijk zorgen moeten gaan maken als zij daadwerkelijk alles aan
de kant schuift om mij maar op haar kamer te kunnen laten komen. Eerlijk is
eerlijk, dolgraag zou ik de mogelijkheid hebben om op haar studentenkamer langs
te gaan. Al was het maar voor één keer. Maar anno nu
zijn er diverse digitale mogelijkheden waarmee ik mij van achter mijn tafel in
Zwolle met het grootste gemak al met één been in haar kamer kan wanen.
Was
het op kamers gaan wonen aanvankelijk nog iets van latere zorg, want voorlopig zou
zij heen en weer reizen tussen Zwolle en Groningen, binnen drie weken waren de
plannen veranderd. Overvolle en vertraagde treinen, gecombineerd met dat wat
het studentenleven kan doen met een jonge vrouw, maakten dat zij haar
dagelijkse leven buiten de studie om ook in Groningen wilde voortzetten. Bij de
derde of vierde kamer was het raak. Dat ik blij voor en trots op haar ben meen
ik natuurlijk oprecht. Maar dat ene gevoel is er ook
Dat
kinderen zich met de jaren verder ontwikkelen, dat gaat ogenschijnlijk vanzelf.
Daar ben ik, ook gelet op mijn situatie, alleen maar blij om. Gelukkig was ik
ook in mijn ziekteproces een laatbloeier. Dubbel hierbij is dat de kinderen eens
zullen uitvliegen, ergens anders zullen gaan wonen. Het is zoiets als de dag
waarvan je weet dat die gaat komen. ‘Loslaten is nou eenmaal moeilijk, Geert’
of ‘ Tja, kleine meisjes worden groot’. Het gaat verder dan de bekende
oneliners, hoe waar die ook mogen zijn. Ik word weer even teruggeworpen op mijn
ziekte, of eigenlijk het acceptatieproces daarvan.
In
mijn nieuwe leven moest ik weer leren om in mijn eentje een bestaan te vullen,
maar ook om een zelfstandig vader, co-ouder, te zijn. Naar omstandigheden is dit
mij aardig gelukt, denk ik. Steken zal ik hierbij zeker hebben laten vallen. Het
ouderschap was en is nog steeds een belangrijke invulling van mijn bestaan. De
meiden werden groter en zelfstandiger. Eigengereider en unieker. Ik zag de
meiden steeds minder. Ze kwamen heus wel langs bij mij, maar trokken logischerwijs
hun eigen plan. Op een gegeven moment wilden ze hier niet meer slapen. Hun ’eigen’
kamer was immers drie minuten fietsen verderop.
Vanaf
toen kwam het besef. Dat de toekomst van het vaker alleen zijn steeds dichterbij
komt. Bang voor vereenzaming ben ik niet. De vanzelfsprekendheid van kinderen in
de buurt verdwijnt. Dit acceptatieproces is allang aan de gang, maar is weer eens
onderstreept.
Leuk,
binnenkort maar eens naar Groningen. Een Kamer vanaf de stoep bekijken en daarna
samen ergens wat eten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten