Sommigen vinden het idee geweldig: ’natuurlijk moet je dat doen’, ’je hebt zoiets toch al eens eerder gedaan?’ of ‘hoe vaak krijg je nou zo’n kans?’. Anderen zijn het daar absoluut niet mee eens: ’ben je levensmoe of zo?’, ‘jij, met jouw beperking?’ of ‘doe-toch-eens-nor-maal!’. Ergens tussen deze brij aan antwoorden bivakkeert Geert.
In een andere situatie zou ik mezelf opdragen om mijn gevoel te volgen, maar dat is binnen deze innerlijke strijd niet zo eenvoudig. Mijn gevoel zegt: doen, niet doen, denk aan jouw lichaam, carpe diem en nog wat tegenstrijdigheden. Mijn verstand zegt hetzelfde. De volgende dag volgen er andere gedachten, wel van dezelfde strekking
Met stichting De Hinkelaar, waarmee ik de afgelopen jaren vaker op pad ben geweest, zou ik in de laatste week van augustus naar Oostenrijk gaan. De Hinkelaar richt zich op het organiseren van grensverleggende activiteiten, onder het motto ‘hoezo, bestaat niet?’. Zo heb ik in de Vogezen in een karretje, voortgetrokken door een serie huskies, door de bossen geraasd en een dag later met een joĆ«lette, een soort van eenwieler door de bergen gewandeld. Ook heb ik een paar honderd boven het meer van Annecy aan een lap stof gehangen.
De heftigste doodsangsten beleefde ik op Terschelling. Op het strand op weg naar de plek waar ik zou gaan blokarten. Achterin een enorme Landrover: achterklep open, de benen buiten boord bungelend met een trekhaak daartussen. Twee vrouwen en hun acht ledematen strak om mij heen geslagen boden mij enige veiligheid.
In Oostenrijk, midden tussen de bergen, wat al een feestje opzich is, kon ik desgewenst gaan raften. Met een rubberboot op een kolkende rivier plezier hebben, of zoiets. Nu was ik al zo verstandig om vooraf te bedenken dat ik dat dus echt niet ging doen. Op dat moment kon ik vast ergens een biertje drinken om achteraf de enthousiaste verhalen aan te horen. Nee, raften? Er zijn grenzen! Maar Corona was ons voor. De Oostenrijkse bergen hou ik tegoed, hoop ik. Als alternatief werd een week Texel aangeboden. Ook leuk! Uiteraard ook met grensverleggende activiteiten. Zo kan ik gaan parachutespringen, als ik dat wil.
Dit beheerst mij dus al een tijdje. Wil ik dit? Waarom zou ik het willen? Ik hoef het niet te durven. Toegegeven, er is een overduidelijke discrepantie in bovenstaande tekst zichtbaar. Waarom die twijfel, terwijl het raften bij voorbaat al was uitgesloten. Om mijzelf mentaal voor te bereiden op het moment van knopen doorhakken vraag ik anderen om advies. Wat zouden zij doen? Of dit marktonderzoek enig effect heeft vraag ik me af. Persoon A zegt zus, persoon B zegt zo, persoon C heeft ervaring, is zeer enthousiast en zegt dus sowieso dat ik het moet doen! Persoon D heeft waarschijnlijk minder goede ervaring en kan het niet meer navertellen.
Tweemaal hing ik eerder hoog in de lucht. Maar paragliden is wat anders dan parachutespringen.
Wordt vervolgd denk ik, hoop ik!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten