Daarom wil ik u namens KPN een hart onder de riem steken.
Bovenop de bos bloemen lag een briefje met een tekst, eindigend met bovenstaande zin. Wat aardig en attent van hem, reageer ik als ik de woorden lees, nogal verrast en misschien nog wel meer verbaasd. Al kon ik meteen daarna de ietwat donkere gedachte dat hier sprake is van klantenbinding nauwelijks onderdrukken. Als ik dit deel met een ADL-er, die mij helpt de bloemen in een vaas te zetten, wordt dit ontkracht. Ze heeft natuurlijk gelijk, dit slaat nergens op.
Enkele weken geleden was er een niet vaak voorkomende situatie ontstaan, want binnen twee dagen ontving ik drie bossen bloemen. Alledrie gekregen na de blunder van het ziekenhuis in Meppel. Ook zij stuurden mij een boeket. De bloemen hielden het lang vol, maar toevallig moest ik deze ochtend afscheid van hen nemen. Aan het einde van diezelfde dag stonden er trouwens alweer twee nieuwe gevulde vazen. Toen na het avondeten een vriendin langskwam gaf zij mij een bos bloemen, zomaar.
Aan het eind van die middag was er al een kartonnen doos bij mij afgeleverd met daarin het boeket waar het betreffende briefje op lag. Ondertekend door Michael, die ene medewerker van KPN waarmee ik recentelijk veelvuldig aan de telefoon had gesproken. Ons contact ontstond omdat ik via de klantenservice van KPN mijn abonnement wilde aanpassen. Dit klinkt trouwens makkelijker dan het was, want probeer anno nu nog maar eens een telefoonnummer van de klantenservice van KPN te vinden. Laat staan het júiste nummer. Voordat ik überhaupt iemand kon spreken had ik heel wat frustratie en irritatie moeten wegslikken. Jazeker, er zijn tig mogelijkheden om je te laten helpen, maar een simpel belletje is dus niet meer vanzelfsprekend.
Michael schreef dat hij door ons contact dus al had begrepen dat ik in een rolstoel zit. Met dat ik aan hem benoemde een beperking te hebben wilde ik duidelijk maken dat ik nogal afhankelijk ben van techniek, lees: een telefoon en laptop die doen wat ze moeten doen. Daarom wilde ik niet te makkelijk denken over het overstappen naar een ander abonnement en datzelfde besef verwachtte ik ook van hem. Want ik wilde niet riskeren dat ik door mijn onkunde en onnozelheid een deal ging sluiten waarbij ik mijzelf tekort doe. Michael moest mij niet zomaar wat aansmeren. Over vooroordeel richting de gemiddelde verkoper gesproken!
In een volgende zin op het briefje bleek dat Michael, toevallig of bewust opgezocht, op mijn weblog was gestuit en enkele verhaaltjes had gelezen. Hij schreef een aantal zeer aardige woorden over mijn schrijfsels en vertelde ondermeer onder de indruk te zijn. Er werd geëindigd met die ene zin, waarin hij zei namens KPN te spreken.
Allemaal heel aardig van hem natuurlijk. Maar zou de samenleving, de maatschappij tegen anderen net zo aardig zijn als tegen mij? Zou het ziekenhuis mij ook bloemen hebben gegeven als ik niet in een rolstoel zou hebben gezeten?
Oftewel, zorgt dat ding op wieltjes ervoor dat mensen vriendelijker naar mij zijn? En al heeft ieder nadeel zo zijn voordeel, wil ik eigenlijk wel anders benaderd worden?
Kennelijk is er meer dan één type samenleving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten