vrijdag 17 oktober 2014

Woorden


″Inderdaad, een lekker weertje!″ Ik schater het uit. Mijn vader leest mij voor de zoveelste keer voor uit het Dierenvertelboek. Het zal ′75 of ′76 zijn geweest. Zoals bijna iedere avond gaat het naar bed gaan samen met het voorlezen van een verhaaltje. Mijn moeder zal waarschijnlijk minstens zo vaak aan mijn bed hebben gezeten met een boek in haar handen, maar op een of andere manier associeer ik deze specifieke woorden met mijn vader.

Ondanks de ruime keuze en de vrijheid om ook eens voor een alternatief te gaan, ging mijn voorkeur bijna automatisch uit naar De voetbalwedstrijd. Hoe het verhaal verliep weet ik niet meer, maar dat wat voor mij het hoogtepunt was herinner ik mij nog goed. De bijna dove kikker antwoordde volgens mij op een vraag als ″Weet u ook hoe laat het is?″. Het doet er eigenlijk ook niet toe. Het ging om het absurde antwoord. De loop van het verhaal en de opbouw naar de climax kende ik waarschijnlijk bijna uit mijn hoofd en vol spanning zal ik gewacht hebben op hèt moment. Enkele seconden vooraf begon het schuddebuiken en als ik die paar woorden weer hoorde uitspreken mocht ik het plezier eruit gooien.

Alsof het in scène was gezet kwam ik precies op het juiste moment binnen. In feite was ik gewoon dik te laat, want terwijl ik uit de taxi kwam rollen, hoorde ik binnen het bekende felicitatiegezang. Eenmaal binnen was het echter bijna stil. Ze waren toch nog niet begonnen? De grotere ruimte van het oude gebouw, een voormalige kerk, bestond uit twee delen, gescheiden door een rij pilaren. Daar tussendoor zag ik de circa 150 genodigden zitten, kijkend naar het podium waarop Aram iedereen welkom heette.

Ik hoorde hem vertellen waarom hij, in plaats van cadeaus, had gevraagd om een bijdrage aan de stichting MS Research. Hij sprak ook over zijn neef Geert die een enigszins bijzonder plekje bij Anthony en hem inneemt. Ik kaatste de woorden in gedachten direct terug, want dit gevoel is wederzijds. Dat ik onlangs heb mogen paragliden is volgens mij de verdienste van Aram. Ik hoef het eigenlijk ook niet te weten, het is goed zo. Op dat moment reed ik tussen de pilaren door om mij bij de groep aan te sluiten. Met ″Hallo, ik ben Geert, neef van Aram″ stelde ik mij in één klap aan iedereen voor.

Waarschijnlijk alle genodigden zullen hebben uitgekeken naar deze middag. In een speciaal programma vertelden Pierre Bokma en Gijs Scholten van Asschat over Shakespeare en werden vele woorden van hem met mooie mimiek uitgesproken. Maar waar ik al bang voor was gebeurde ook. In de grote ruimte, tijdens het borrelen en eten met veel kletsende mensen om mij heen kan ik mijzelf niet verstaanbaar maken. Familie, maar ook vrienden en bekenden van Aram die zich aan mij voorstellen en soms met mij willen kletsen. En andersom natuurlijk, ik ook met hen. Helaas, het lukte nauwelijks.

Ik haak maar af wanneer blijkt dat mensen mij niet goed verstaan en zelfs antwoorden geven die niets te maken hebben met mijn vraag. Of ja-knikken, terwijl ik zeker weet dat diegene de vraag niet verstaan heeft. Begrijp me goed, ik neem niemand dat kwalijk

Ik moest denken aan die dove kikker in het dierenbos.

1 opmerking:

  1. Lijkt me vreselijk frustrerend dat mensen doen alsof ze je verstaan terwijl je aan de antwoorden mekt dat dit niet zo is.

    BeantwoordenVerwijderen