Het was op aanraden van de digitale glazen bol dat ik naar het winkelcentrum ging. Wilde ik onderweg geen slachtoffer worden van een vette regenbui, dan was het verstandig om niet langer te wachten. Buiten gekomen werd de voorspelling van Buienradar bevestigd. In de verre verte doemde een donkergrijze wolkendeken mijn kant op.
Waarom
ik dan überhaupt nog naar buiten ging? Een deel van mijn hersenen vroeg zich
dat ook af. Heel even stond ik dan ook in dubio, maar de wil was groter dan de
weerstand. Thuisblijven was eigenlijk geen optie. Noem het neurotisch, zo
mogelijk wil ik iedere dag even in de buitenlucht zijn. Er is nog een uitwijk-optie
in de vorm van mijn inpandige balkon, maar op die drie bij twee meter raakt men
ook snel uitgekeken.
Voor
alle duidelijkheid: ik ben natuurlijk niet van suiker. Mijn antipathie voor
iedere vorm van neerslag is vooral gebaseerd op de bijna verplichting tot het
aantrekken van bestendige kledij, wat ik als een gedoe ervaar. Desondanks wordt
de rolstoel voor een aanzienlijk deel ook nog eens zeiknat. Geen wereldramp
natuurlijk, maar behalve dat het in huis een troep geeft, wordt het rijden
onder een douche ook ontraden door mijn vrienden van Welzorg, de ANWB voor
rolstoelend Nederland
Net
buiten het winkelcentrum, ik had zojuist het parcours door de Albert Heijn heen
in een persoonlijk record afgelegd en was al weer op de weg terug naar huis,
hijgt de grijze wolkenmassa nog beangstigender in mijn nek. Aan de contouren zie
ik dat de man die in de verte voor mij uit rijdt hoogstwaarschijnlijk een voor
mij bekend persoon is. Dat hij in een handbewogen rolstoel zit en zichzelf
martelend vooruit stuwt, maakt het gokken een stuk gemakkelijker. Met alle
respect, maar zo ervaar ik het, wanneer iemand puur natuur zijn rolstoel
vooruit beweegt. Ik word al moe als ik er naar kijk. Enige ervaring met dit
segment binnen de rolstoelerij heb ik zelf niet. Moet ik daar blij om zijn?
Hij
had dezelfde eindbestemming als ik, in ieder geval hetzelfde
appartementencomplex. De aanvankelijke afstand tussen ons was zeker honderd meter,
maar deze was al snel verdwenen. Naar verhouding benaderde ik hem met volle
snelheid. Hij in een relatief slakkengangetje, ik elektrisch, dus als een snelle
slak. Eenmaal naast hem zoek ik contact. Hij blijkt niet op weg naar huis te
zijn is om dan, wat verstandig zou zijn, thuis te blijven, maar om zijn
portemonnee te halen. Die was hij vergeten, zo ontdekt hij bij de kassa’s van
diezelfde Albert Heijn. ″Bespaar je de moeite en laat mij het voorschieten. Pak
mijn portemonnee en keer om.″ Maar nee, hij wil daar absoluut niets van weten
en rolt door. Verder aandringen heeft geen zin.
Binnensmonds
verklaar ik hem voor gek. Ik weet het, vergelijken is niet eerlijk, heeft ook
geen zin. Ik heb mijn eigen leven met mijn eigen strategieën, waar anderen
wellicht weer hun Ideeën over hebben. Maar bovenal ben ik onder de indruk van
hem. Van zijn wilskracht om het zelf te doen. Zo heeft hij het geleerd jaren,
zo doet hij het nou eenmaal al jaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten