zondag 9 juni 2024

Drijfveer

De vraag was of ik wilde meewerken aan een artikel. Zij was student journalistiek en moest als opdracht een mensgericht interview houden. Uiteraard wilde ik dat wel. Allereerst vind ik het gewoon leuk en zinvol wanneer ik kan meewerken aan een interview. Inmiddels heb ik mijn verhaaltje altijd wel klaar als het gaat over mij en mijn ziekte, want uiteraard zou ik daarover worden bevraagd. Waarover kon het anders gaan. Zoveel interessants heb ik anders dus echt niet te melden. Dat ik haar anderzijds ook wel iets beter ken was nog eens een extra reden om af te spreken.

Die avond begon het gesprek ermee dat zij ergens had ze gelezen over de aanstaande wereld MS-dag en dat daarom bij haar het idee was ontstaan om mij te vragen voor een interview. Zij vroeg meteen of ik überhaupt wel wist dat - heel toevallig - vandaag die wereld MS-dag was. Nee, eigenlijk niet. Waarschijnlijk had ik er wel een keer over gelezen, maar dat feit had zich niet verankerd in mijn systeem. Dat zal geen desinteresse zijn geweest, maar misschien was het een kwestie van prioriteiten stellen. Daarop volgde de opmerking van haar dat zij onder de indruk is van hoe ik met mijn ziekte weet om te gaan. Dat ik ondanks mijn beperking nog zoveel activiteiten onderneem. Dat is leuk om te horen. Blozen deed ik daar niet van. Omdat ik het vaker te horen krijg en dit zelf eigenlijk ook wel vind.

Haar vraag was hoe mij dit lukt. Wat is hierbij mijn drijfveer? Jeetje, wat een vraag! Dit heb ik mijzelf eigenlijk nooit afgevraagd. Wel besef ik, dat naast plezier en belangstelling, er gelukkig ook de financiële ruimte voor is om dergelijke activiteiten te ondernemen. Heb ik wel aan drijfveer? Zo heb ik volgens mij nooit eerder naar mijn situatie gekeken. Opeens moest ik denken aan wat ik vlak daarvoor zei. Misschien is het feit dat ik niets wist over deze speciale dag vandaag wel mijn drijfveer? Daarmee bedoel ik dat ik dan wel MS heb en door die zenuwsloperij grotendeels ben gevangen, maar er feitelijk nauwelijks mee bezig ben.

Lotgenoten wil ik met bovenstaande niet kwetsen. Zij zullen er wellicht wel baat bij hebben om intensief met hun ziekte bezig te zijn. Alleen al omdat hun lichaam daarom vraagt. Andersom bekeken, ik heb waarschijnlijk makkelijk praten. Voor mij zijn er geen medicijnen beschikbaar. Althans, dat heb ik altijd te horen gekregen. Vaak genoeg heb ik tegen mijzelf gezegd, hoe raar dit ook zal klinken, dat ik hier feitelijk maar blij mee moet zijn. Om mij heen las en hoorde ik over lotgenoten die onderzoeken, puzzelen en vergelijken welke medicatie wel en niet geschikt zijn. Er is veel informatie te vinden, met even zoveel adviezen, ervaringen en meningen. Tegen dit oerwoud aan kennis moet iemand wel bestand zijn.

Dat er alternatieve geneeskunde bestaat weet ik en daar heb ik met een quasi open mind wel degelijk ook mijn heil in gezocht. Maar toegegeven, slechts tot een bepaalde hoogte. Een doorzetter ben ik hierin niet geweest. Waarom? Zeg het maar.

Het interview verliep verder goed. Over mijn drijfveer zal ik nog eens nadenken?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten