Ik heb
het goed, beter, best naar mijn zin waar ik nu woon. Het is
voor mij the place to be, the way to
life. Fokuswonen
is het concept van zelfstandig wonen, ondanks een lichamelijke beperking.
Desgewenst kan ik een beroep doen op ondersteuning. 168 uur per week, oftewel
dag en nacht is er adl-assistentie aanwezig. Het ondersteunen bij algemeen
dagelijkse levensverrichtingen) kan van alles betekenen. Of ik nu een boterham
met pindakaas en sambal wil eten of moet poepen.
In
januari 2009 stelde ik mijzelf de vraag of ik kon blijven wonen waar ik het
destijds erg naar mijn zin had. Een mooi, ruim en deels aangepast appartement
op de begane grond. Met buurtgenoten op wie ik kon rekenen. Het was dan ook Mens-en-milieuvriendelijk wonen. Desondanks
was dat niet voldoende, want beschadigingen van mijn zenuwen, MS, maakten dat
ik mij moest voorbereiden op een verhuizing. Ook al wilde ik dat absoluut niet.
Maar regeren is vooruitzien, had ik
ondertussen wel geleerd. Het toeval wilde, alsof het zo had moeten zijn, dat
een jaar daarvoor door Fokus binnen een nieuw appartementencomplex een aantal aangepaste
woningen waren gerealiseerd. Slechts 600 meter verderop. 21 november 2009 vertrok
ik, met dubbele gevoelens.
Dat ik,
ondertussen ruim vijf jaar geleden, daar kon gaan wonen was eigenlijk
toevallig. Net gescheiden, of dat lag in de planning, moest ik op zoek naar een
nieuwe woonplek. Makkelijker gezegd dan gedaan. Door mijn fysieke beperking,
toen al aardig aanwezig, kon ik niet zomaar overal terecht. Een trap zonder
traplift was niet meer mogelijk.
Doordat
Susanna bij een vriendinnetje geen spelen hoorde ik over het bouwproject van Mens-en-milieuvriendelijk wonen. Het realiseren
liet al heel lang op zich wachten, maar binnen een jaar zou er toch begonnen
worden met bouwen. Binnen de Meanderhof, zo zou het project gaan heten, was nog
slechts één appartement beschikbaar. Op de begane grond. Bingo! Ideaal voor mij,
want er zijn geen drempels en vlakbij mijn dochters. Maar milieuvriendelijk wonen, ik? Aan afvalscheiding deed ik wel, maar
pas ik wel tussen die geitenwollen sokken? Wel, de noodzaak was groter dan de
twijfel.
Leuke
mensen dat het waren! Er was aandacht voor elkaar, spontaan of gevraagd. Er
werd veel samen gedaan: tuinieren, eten, spelen. Ik had natuurlijk mijn eigen
plek binnen het geheel, maar tegelijkertijd heb ik het geheel als mijn eigen plek
ervaren. Mijn buurvrouw Evelien onderhield vanaf het begin mijn tuin. Dat vond
ik prima, het interesseerde mij ook weinig. Pas toen mijn fysieke mogelijkheden
minder werden en mijzelf ook in de weg begonnen te staan, begon ik het te
accepteren, wanneer anderen mij hulp aanboden, bijvoorbeeld met koken.
Regelmatig bracht iemand een pannetje eten langs.
Nog
steeds ligt een groot deel van mijn hart bij de Meanderhof en een aantal
bewoners. Ondertussen heb ik er enkele adressen waar ik af en toe tot zelfs
zeer regelmatig ’s avonds ga eten. Lekker en vooral gezellig!
Morgen ga
ik weer naar Evelien, mijn buurvrouw van toen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten